Verschillende studies geven aan dat de biologische levensduur van de mens rond 120 jaar ligt. Slechts 1 op de 10.000 mensen sterft echter door het bereiken van zijn individuele biologische levensduur. Vijf van de zes mensen ouder dan 60 jaar lijden namelijk aan chronische aandoeningen zoals hart- en vaatziekten, osteoporose, arthritis, alzheimer, diabetes of kanker. Deze ziektes verkorten het normale verouderingsproces aanmerkelijk zodat wij vaak overlijden ver voordat de biologische levenduur voorbij is.

In Nederland is de gemiddelde levensverwachting momenteel 81 jaar voor de vrouw en 75 jaar voor de man. Dit is een aanmerkelijke verbetering ten opzichte van een eeuw geleden. Toen bedroeg de gemiddelde leeftijd ongeveer 49 jaar. Door betere hygiëne, schoner water, betere voeding en medicatie is onze levensverwachting enorm toegenomen. Om de huidige levensverwachting richting de biologische levensduur op te schuiven zullen we de chronische ziektes, die het normale verouderingsproces verstoren, moeten aanpakken.

Veroudering, ook wel oxidatie genoemd, is het natuurlijke resultaat van een aantal veranderingen in het lichaam.

Pijlers van veroudering
Vier fysiologische processen spelen een belangrijke rol bij veroudering:

  1. Oxidatie (oxidatieve stress, vrije radicalen schade)
  2. Glycatie (cross-linking van eiwitten)
  3. Inflammatie (ontstekingen, verminderde immuniteit)
  4. Methylering (slechte detoxificatie)

Wanneer één of meer van deze processen “ontsporen” kan dit leiden tot o.a.:

  • Schade aan cellen
  • Mitochondriële disfunctie (slechte energie productie)
  • Veranderingen in DNA
  • Schade aan eiwitten (rimpels, slechte aderen e.d.)
  • Ontregelde afweer
  • Ontregelde hormoonbalans
  • Neurotoxiciteit
  • Verhoogde homocysteïne niveaus

1. Oxidatie
Denham Harman, de vader van de vrije radicalentheorie, stelde dat veroudering een vorm van roesten is, gelijk aan een geschilde appel die bruin wordt als hij aan lucht wordt blootgesteld. Hij gaf aan dat straling en bepaalde substanties dit ‘roesten’ kunnen versnellen en dan voornamelijk door de invloed van zuurstof. Zuurstof speelt een belangrijke rol in het proces waarbij de cellen hun energie krijgen (metabolisme). Deze energie is vereist voor elke functie van het lichaam, van ademen en celdeling tot het functioneren van het hart. Bij het verbrandingsproces om tot energie te komen worden ATP (energie molecuul), water, kooldioxide en vrije radicalen geproduceerd. Wanneer deze vrije radicalen in grote aantallen vrijkomen of niet op een goede manier door het lichaam worden verwerkt, kunnen ze weefselschade aanrichten. Een belangrijke regel in de natuur is dat hoe beter een lichaam zich tegen vrije radicalen kan verweren, hoe langer het leeft. Mensen en olifanten bijvoorbeeld, hebben een veel betere radicalendefensie dan kort levende dieren als muizen.

Oxidatieve stress
Bij oxidatieve stress kan is er ten opzichte van het aantal vrije radicalen in het lichaam een tekort aan antioxidanten. Oxidatieve stress kan de cel op verschillende manieren beschadigen:

  1. Vrije radicalen vallen het DNA aan. DNA reparatie-enzymen trachten het beschadigde deel te vervangen door een nieuw gedeelte. Met het ouder worden gaat dit steeds slechter. Niet-rokers ondergaan per dag ongeveer 1000 ‘aanvallen’ van vrije radicalen op het DNA, rokers tot wel 10.000.
  2. De mitochondriën (de energiecentrales van de cel) hebben hun eigen DNA dat echter niet wordt beschermd door reparatie-enzymen. Hier kunnen de vrije radicalen dan ook harder toeslaan. In de mitochondriën speelt co-enzym Q10 een belangrijke rol als antioxidant en energievormer.
  3. Wanneer vetzuren (lipiden) in de cel door vrije radicalen oxideren, worden toxische Lipide Oxidatie Producten (LOP’s) en Lipofuscine gevormd. LOP’s spelen een rol bij hart- en vaatziekten, astma, artritis en ontstekingen. Lipofuscine vormt in de huid bruine vlekken ook bekend als “levervlekken” maar zorgt er b.v. ook voor dat de functie van zenuwcellen wordt aangetast en hersencellen verloren gaan. Met het ouder worden stapelt lipofuscine zich op in de weefsels. Dit gebeurt op een constant progressieve wijze.

2. Glycatie
De Russische wetenschapper Dr. Vladimir Dilman heeft in verschillende wetenschappelijke publicaties en boeken de theorie verdedigd dat klachten behorende bij veroudering voornamelijk worden veroorzaakt door insulineresistentie. De combinatie van veel geraffineerde koolhydraten, stress en weinig beweging zijn de voornaamste factoren voor het ontstaan van deze insulineresistentie.
Één van de gevolgen van insulineresistentie is glycatie, ook bekend als ‘bruining’. In onze voeding zien we duidelijke voorbeelden van deze glyatieprocessen. Vlees en brood bijvoorbeeld, veranderen van kleur wanneer het gebakken wordt,ze worden bruin. Ditzelfde proces vindt in het menselijk lichaam plaats, maar dan in een vele malen lager tempo.
Dit glycatie- of bruiningsproces wordt veroorzaakt door glucose. Suikers, en in het bijzonder glucose zijn zeer plakkerige substanties die bij bepaalde temperaturen een chemische reactie aangaan met eiwitten. Ook kunnen bepaalde geoxideerde vetten een reactie met eiwitten aangaan. Het glycatieproces is in 1912 ontdekt door de Fransman Louis Maillard, en wordt daarom de Maillard reactie genoemd. Pas in de 70-er jaren van de vorige eeuw werd duidelijk dat dit glycatieproces ook in het menselijk lichaam plaatsvindt.
In eerste instantie werd dit proces in het bijzonder bij diabetespatiënten geconstateerd. Dokters zagen dat niet gecontroleerde diabetespatiënten een versnelde veroudering ondergingen en dat bij hen veel van de bekende verouderingsaandoeningen als cataract en artrose voorkwamen.
Anthony Cerami was in die tijd een biochemist aan de Rockefeller University en constateerde dat dit glycatieproces in het lichaam gedeeltelijk verantwoordelijk was voor de veroudering. Hij toonde ook aan dat het eindresultaat van deze chemische reacties nieuwe chemische structuren in onze weefsels opleverden. Deze noemde hij AGE’s, hetgeen Advanced Glycosylation End products betekent.
Niet alleen reacties in het lichaam kunnen de AGE’s (glycotoxinen) verhogen. Ook AGE’s die zich in onze voeding vormen kunnen het verouderingsproces versnellen. Geraffineerde en suikerrijke producten, maar ook voeding die langdurig aan hoge temperaturen heeft blootgestaan bevat veel AGE’s. Hierbij valt te denken aan gefrituurde producten maar ook gedroogde producten als eipoeder. Carnosine is op dit moment de beste AGE-remmer.

3. Inflamatie
Ontstekingen zijn een natuurlijke reactie op infectie of verwonding. Het aangedane weefsel zwelt, wordt rood, warm,gevoelig en vaak pijnlijk. Bij alle ontstekingsprocessen komen vrije radicalen in grote hoeveelheden vrij.
Chronische ontstekingen spelen een zeer negatieve rol bij het verouderingsproces. Ze komen vooral voor bij auto-immuunziektes, allergieën, chronische infecties en blootstelling aan gifstoffen. Met het ouder worden neemt de kans op chronische ontstekingen toe, in het bijzonder in de darmen. Door veroudering ontstaat een verhoging van met ontsteking gepaard gaande cytokines.
Insulineresistentie, voeding met veel arachidonzuur en voeding dat op hoge temperatuur is bereid, verhogen het aantal cytokines en daardoor de kans op ontstekingen. Tegen deze ontstekingen kunnen o.a. Omega-3 en de vitamines worden gebruikt.

4. Methylering
Onder methylering verstaan we een belangrijk biochemisch proces in het lichaam waarbij een methylgroep (CH3) wordt overgedragen aan een molecuul. Als deze afgifte niet goed verloopt kan dat als consequentie hebben dat de celdeling ontaardt.
Methylering is fundamenteel voor een constante reparatie van het DNA. Als deze reparatie niet op een adequate manier gebeurt zijn o.a. mutaties in de celdeling het resultaat. Dit leidt weer tot versnelde veroudering doordat er verkeerde eiwitten worden gesynthetiseerd door het beschadigde DNA.
In het methyleringsproces wordt uit methionine het aminozuur homocysteïne gevormd. Homocysteïne heeft het aminozuur methionine als basis. Homocysteïne wordt vervolgens omgezet naar het onschuldige aminozuur cystathionine. Een belangrijke rol bij deze enzymatische omzettingen wordt vervuld door de vitamines B6, B12 en foliumzuur. Bij mensen met een tekort aan het enzym dat homocysteïne omzet naar cystathionine ontstaat een te hoog homocysteïne gehalte. Een verhoogd homocysteïne niveau in het lichaam is een teken dat het methyleringsproces niet verloopt zoals het hoort zodat een groot aantal vrije radicalen ontstaat.

De lever is afhankelijk van een goede methylering om zo de vele enzymatische reacties bij de ontgiftingsfunctie goed te laten verlopen. Het homocysteïnegehalte kan onder controle worden gehouden door vitamine B6, B12 en foliumzuur; eventueel aangevuld met betaïne, choline of NAC.
Naast de belangrijke rol van de vier bovengenoemde processen zijn er nog verschillende andere processen en factoren die in het lichaam een rol spelen bij veroudering. Zonder volledig te willen zijn noemen we:

  • calorierestrictie
  • hormonale disbalans
  • mitochondriële energie vermindering
  • immuun disfunctie
  • zuur-base disbalans
  • neurotransmitter-verandering
  • darm- en leverfunctie
  • de opname en productie van nutriënten
  • afweerondersteuning en goede stoelgang
  • afweer tegen intestinale- en voedselpathogenen
  • het optimaliseren van het werkklimaat voor verteringsenzymen

Conclusie
Er zijn veel verschillende mechanismen verantwoordelijk voor het ouder worden. De 4 genoemde pijlers staan hierbij centraal. De belangrijkste conclusie die we kunnen trekken is dat als we het beschadigen en veranderen van eiwitten in het organisme kunnen tegengaan, we het verouderingsproces kunnen vertragen.

AFSPRAAK OF MEER INFORMATIE?

Nieuwsgierig geworden en op zoek naar een effectieve aanpak van de verbetering van uw gezondheid, gewicht en/of conditie? Bel voor een afspraak of stuur een mail naar info@fitforlife.nl